De B’tjes zijn 10 dagen oud en bevinden zich nog in de “vegetatieve fase”; zij kunnen niet zien of horen en hebben zelfs een nog slecht ontwikkelde reukzin. 

Zij zoeken de tepel niet met hun neus maar zijn geprogrammeerd om op de tast op zoek te gaan naar een onbehaarde tepel, en hebben een ingebouwde prikkel om deze dan te omvatten met hun mond.

Zij kunnen hun temperatuur zelf nog niet op peil houden en hebben dus een warmtebron nodig; het warme lijf van hun moeder, en een warmtematje of warmtelamp in de werpkist.

Een omgevingstemperatuur van iets boven de 25 graden Celsius zorgt ervoor dat bepaalde (fatale) infectieziektes buiten de deur blijven. Er is nog geen bewuste interactie met nestgenootjes; groeien met behulp van warmte en melk is het enige dat in de eerste weken telt.

Rond de 13e dag gaan dan de ogen en uitwendige gehoorgangen open, maar daarmee verandert voor de pup niet veel; het gezichtsvermogen ontwikkelt zich pas rond de 17e of 18e dag. Datzelde geldt voor het gehoor en ook de neus schijnt goed wakker te worden: de nestgenoten zoeken dan pas voor het eerst contact met elkaar, met behulp van hun neus, ogen en oren: de start van het sociale gedrag.

De werpkist wordt verschoond, de B’tjes duiken dan even in een schapenvacht.  Ze hebben geen idee dat ze er een tweede moeder bij hebben in de vorm van oma Jewel, die nu zelfs heel broeds in allerlei dekentjes begint te krabben….

Jewel probeerde gisteren nog ieder moment in de werpkist te kruipen, maar nu ze die kansen echt krijgt wordt ze meer ontspannen in de situatie. Vaak ligt ze dus de wacht te houden op de matras naast de werpkist. Wordt vervolgd!